Vanaf 1 januari 2025 is boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in werking getreden.

Art. 6.12 nieuw B.W. vervangt het art. 1384, lid 2 oud B.W.

Dit artikel bepaalt de aansprakelijkheid van titularissen van het gezag over de persoon van minderjarigen.

• Ouders, adoptanten, voogden en pleegzorgers, voor zover zij het gezag hebben over de persoon van een minderjarige van minder dan zestien jaar, zijn foutloos aansprakelijk voor de schade die deze laatste door zijn fout of door een ander tot aansprakelijkheid leidend feit veroorzaakt aan derden.
• Ouders, adoptanten, voogden en pleegzorgers, voor zover zij het gezag hebben over de persoon van een minderjarige van zestien jaar of meer, zijn weerlegbaar aansprakelijk voor de schade die deze laatste door zijn fout of door een ander tot aansprakelijkheid leidend feit veroorzaakt aan derden. Zij zijn niet aansprakelijk indien zij aantonen dat de schade niet te wijten is aan een fout van hun kant.
   

Wat is er veranderd?

Onder het artikel 1384, lid 2 oud B.W., waren alleen de ouders voor de daden van hun minderjarige kinderen aansprakelijk. Zij kunnen zich voor deze aansprakelijkheid laten verzekeren door een polis BA-privéleven (de zogenoemde familiale verzekering).

Vanaf 1 januari 2025 is er een objectieve (minderjarige minder dan zestien jaar) of een weerlegbare (minderjarige meer dan zestien jaar) aansprakelijkheid, ook voor de voogd, en dus ook de voogd-advocaat.

De vrederechter kan er, bij de aanstelling van een voogd over een minderjarige, voor opteren een professionele voogd, doorgaans een advocaat, aan te stellen in plaats van een voogd uit de familiale kring.
 

Welke verzekering dekt de aansprakelijkheid van deze voogd-advocaat?

Vooraf: het onderstaande antwoord kwam tot stand na samenspraak met de nv Vanbreda Risk & Benefits, onze verzekeringsmakelaar. Zie overigens ook de communicatie van de OVB dienaangaande.
 

Voormeld mandaat is gedekt in de collectief afgesloten polis BA-advocaat. Het betreft een gerechtelijk mandaat dat niet door de ondernemingsrechtbank gegeven wordt (deze laatste mandaten vergen een afzonderlijke verzekering).

Bemerk dat dit mandaat trouwens expliciet in voormelde verzekeringsovereenkomst is voorzien als een gedekt mandaat.

De invoering van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek op 1 januari 2025 brengt hier geen enkele verandering in.

Er hoeft overigens niets gewijzigd te worden aan de tekst van de verzekeringsovereenkomst zoals deze thans bestaat.

Het is wel raadzaam om als aangesteld voogd binnen het kader van een gerechtelijk mandaat een verzekeringsovereenkomst BA-privéleven te onderschrijven die dekking geeft aan zowel de pupil als aan de voogd en dit zoals de meeste ouders dat voor hun gezin doen.

Vanbreda adviseert hierbij dat in de verzekeringsovereenkomst BA-privéleven expliciet wordt opgenomen dat de aansprakelijkheid van de voogd/advocaat mee verzekerd is, ook al gaat het om een professionele voogd, teneinde achteraf geen discussie te hebben bij een schadegeval rond het begrip privéleven versus beroepsleven.

De redenen voor het bijkomend afsluiten van dergelijke polis zijn meervoudig en staan los van de invoering van de verzwaarde aansprakelijkheid voor voogden opgenomen in boek 6:

• De vrijstelling in de polis BA-advocaat bedraagt € 2.500,00 per schadegeval, deze in de polis BA-privéléven ongeveer € 350,00 per schadegeval, en dit dan nog enkel voor materiële schade, niet voor lichamelijke schade;
• De maximale tussenkomst in de polis BA-advocaat is € 2.500.000,00; in de polis BA-privéleven kan die voor lichamelijke schade oplopen tot meer dan € 15.000.000,00;
• De polis BA-privéleven is ontworpen en aangepast aan risico’s uit het privéleven, de polis BA-advocaat aan risico’s uit het beroepsleven.

 

Frédéric Busschaert